guus-en-irene-in-sri-lanka.reismee.nl

Vissen

Sinds gistermiddag zitten we in Tangalle, een vissersplaatsje aan de zuidkust van Sri Lanka. We hebben een heel basic maar spotgoedkoop hotel, direct aan het strand. Het strand is paradijselijk mooi, met kleine simpele hutjes waar je wat kunt eten of drinken. Het is niet voor te stellen dat hier op 26 december 2004 de tsunami alles heeft verwoest. Nu is alles hersteld en begroeid alsof er nooit iets is gebeurd. De zee is aan deze kant behoorlijk heftig, op sommige plekken zelfs gevaarlijk. En het is warm, broeierig warm. Dat betekent vooral niet te veel doen, in de schaduw, af en toe koud douchen, regelmatig water drinken of een vers fruitsapje.

Vanmorgen om 05:30 uur zijn we uit vissen geweest op een heel apart bootje. Van tevoren waren we er wel wat zenuwachtig over want we hadden geen idee hoe je in zo’n bootje moet zitten of staan en hoe we door die ruwe golven zouden komen. Maar het ging goed en het was heel leuk om mee te maken. We gingen de netten ophalen die ze gisteravond hadden uitgezet. De vangst was niet erg groot, drie kreeften en een vis. Guus was daar wel blij mee want de gevangen vis werd bij haar blote voeten gegooid… De overige vangst, veel kleine krabbetjes, een enorme zee-egel en een kleine haai, werden teruggegooid. De vissers spraken geen woord engels, maar met veel gebaren en gelach kwamen we een heel eind. Na terugkomst gingen wij lekker op het strand ontbijten, de vissers waren nog een poos bezig met rotzooi uit de netten halen en de netten weer repareren. Verderop stond een aantal mannen op het strand een heel lang net binnen te halen uit de zee. Ze vroegen ons en nog twee Russsische toeristen om te helpen. Natuurlijk hebben we een handje uitgestoken. Ook bij hun was de vangst minimaal. Zoveel werk met zo weinig opbrengst. Wat een ander leven…

Aan sommige dingen beginnen we nu wel te wennen na ruim twee weken reizen door Sri Lanka. De geuren: een mix van wierook, houtvuur en kruiden. De, voornamelijk heel mooie, mensen in verschillende maten, niet allemaal zo klein als je verwacht. Er lopen ook veel forse en lange mannen rond (Nederlandse koloniale invloed?) De kleding: vrouwen in de mooi gekleurde sari’s, mannen in een overhemd en lange rok, vaak op blote voeten, en natuurlijk de monniken in hun oranje gewaden. Het verkeer waarin iedereen toetert! Het gemak waarmee je vervoer kunt regelen, de tuktuks die het vervoermiddel voor mensen en spullen zijn. En een tweebaansweg is trouwens een driebaansweg… Het openbaar vervoer dat spotgoedkoop is en waar altijd meer mensen in kunnen dan je denkt. Ook het heerlijke eten went makkelijk. Voor een habbekrats kun je de lekkerste rice and curry, lumprais, rotti en fried rice/noodles eten.

Maar aan sommige dingen wennen we niet, de schoonheid van de natuur die ons iedere keer weer versteld doet staan, de dieren zoals de varaan die we vandaag tegenkwamen, de haai en de zee egel, heel veel pauwen, buffels, apen, hagedissen, slangen, roofvogels, palmeekhoorns en natuurlijk de grote olifantendrollen.. En ook de warmte, we zijn in gebieden met verschillende klimaten geweest, maar aan de broeierige hitte moeten we ons elke keer weer aanpassen. Wat ons ook blijft verrassen zijn de grote verschillen in dit land, vooral in landschap en klimaat, maar ook in de plaatsen, de gebruiken, het toerisme, de prijzen en de restanten van het koloniale verleden. Gelukkig hoeven we nog niet naar huis. Er is nog zo veel te zien en te beleven!


Reacties

Reacties

Marijke

Ik heb er zo beeld bij: ik ruik de geuren en zie de kleuren. Tropisch Azië en off the beaten track.. Heerlijk om in gedachten mee te reizen maar het wordt voor mij nu wel steeds moeilijker om hier door m'n nederlandse dagen te komen.

Jeroen

Lekker hoor, geniet ervan

Jos

Wat een heerlijkheid allemaal

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!